Eind april kwam ik via de landgrens (vanuit Costa Rica) aan in Nicaragua. Om vervolgens een hele maand door het land heen te reizen. Mijn Nicaragua reis was bijzonderder dan ik ooit had durven dromen. Dit is de route die ik heb afgelegd en de hostels en hotels waarin ik heb geslapen.
Mijn Nicaragua reis
Zoals ik al eerder op mijn blog schreef, was het reizen naar Nicaragua niet gepland. Ik zou in eerste instantie langer in Costa Rica blijven, maar werd door de verhalen van medereizigers werd ik steeds enthousiaster om ook nog naar Nicaragua te gaan. Zodoende. Ik had toen ik aan kwam nog totaal geen planning en heb veel dan ook last minute besloten en geboekt.
➸ Lees ook: dit was de reisroute in Costa Rica die ik in één maand heb afgelegd.
Rivas
Op de dag van aankomst in Nicaragua, kwam ik van ver. Ik had er twaalf uur aan reizen, in vier verschillende bussen, opzitten. Eigenlijk wilde ik gelijk door naar Granada, maar dat ging hem uiteindelijk toch niet meer worden. Dus besloot ik om één nacht in Rivas te blijven. Het enige normale en betaalbare hotel in Rivas dat ik kon vinden werd geboekt. Ik was puur en alleen in Rivas om te slapen dus heb verder geen tips. De meeste mensen die in Rivas overnachten, gaan naar het eiland Ometepe, wat daar dicht bij ligt.
Granada
Yes, op dag twee kwam ik dan eindelijk aan in Granada. Ik was vanuit het hotelletje in Rivas met een fietstaxi naar het busstation gebracht en dat was me nog een heel avontuur. Het was die week namelijk Semana Santa, wat de Goede Week voor Pasen is. Dit zorgde voor veel drukte en chaos in heel Centraal-Amerika.
Nadat ik een uurtje in de bus had gezeten, werd mij verteld dat de bus door Semana Santa niet verder reed naar Granada en dat ik dus een tuktuk moest nemen. Ik vond het best een beetje irritant, want had verwacht dat er gewoon een rechtstreekse bus naar Granada zou gaan (gaat normaal ook) en een tuktuk doet ook een stuk langer over de reis. Toch was het uiteindelijk nog een leuk avontuur. De eigenaar van de tuktuk was erg gezellig en binnen twintig minuten stond ik dan alsnog in het centrum van Granada.
Toen we het centrum binnenreden, kreeg ik gelijk een warm gevoel bij het aanschouwen van alle kleurrijke en koloniale gebouwen. Mijn hostel in Granada zat op een mooi en levendig plein en uiteindelijk heb ik een week overnacht. Omdat ik Granada zo’n aanrader vind en veel tips heb voor deze stad, zal ik er binnenkort nog een apart artikel over schrijven.
Managua
Managua is de hoofdstad van Nicaragua, maar zou ik persoonlijk vermijden tijdens je Nicaragua reis. Ik ging er uiteindelijk met een groepje mensen heen, omdat vanaf daar een vliegtuig (of zeg maar gerust: vliegtuigje) naar de Corn Islands in de Carribische zee zou vertrekken. Ik heb behalve het rondrijden door Managua, verder niks van de stad gezien. Dat vond ik prima, want het zag er niet al te mooi, veilig en gezellig uit.
Corn Islands
Tijdens mijn tweede week in Nicaragua, vloog ik dus vanaf het internationale vliegveld in Managua naar Big Corn Island. Dit was maar een uurtje vliegen. Toen we aankwamen, namen we de boot naar Little Corn Island – een piepklein en autovrij eiland waar verder niet veel is . Van te voren moesten we de grootste boodschappen doen, omdat er zelfs geen supermarkten op het eiland waren.
Ik was helemaal niet van plan om naar de Corn Islands te gaan i.v.m de toch wel hoge vliegkosten. Maar toen ik van andere reizigers hoorde dat het er zo mooi en bijzonder was, besloot ik er toch heen te gaan. Ik had groepje nieuwe vrienden in Granada leren kennen waarmee ik de reis maakte.
Bij aankomst leerden we binnen no time nieuwe mensen kennen – waar we uiteindelijk de hele week mee opgetrokken zijn. Little Corn Island is zo klein, dat je iedereen die er op dat moment is, leert kennen en ook steeds overal ziet. Van de ene kant naar de andere kant van het eiland, is het zo’n half uur lopen.
We sliepen in houten bungalows op het strand. Die bungalows waren primitief, maar daardoor juist leuk – vond ik. In de nacht vielen we in slaap met het kalme geluid van de zee en in de ochtend werden we gewekt door het straaltje zon die naar binnen scheen. Oh wat waren onze bungalows op Little Corn Island fijn.
Léon
Na een week afgezonderd van de buitenwereld te hebben geleefd, keek ik er naar uit om weer voet aan vaste land te zetten. Ik vond de Corn Islands geweldig, maar verlangde weer naar wat meer reuring. Ik twijfelde om naar Léon, een stuk verder in het Noorden van het land, te reizen. Het is namelijk, samen met Managua, de heetste stad van Nicaragua en het was overal al zo ontzettend warm. Ook moest ik uiteindelijk weer in het Zuiden eindigen om terug naar Costa Rica te keren.
Toch kon ik het over mijn hart verkrijgen om Léon over te slaan. De stad staat bekend om zijn grote witte kathedraal, waar je op het dak kunt lopen en wat echt adembenemend mooi is. Ik denk de mooiste kathedraal die ik ooit in mijn leven heb gezien. Daarnaast staat de stad ook bekend om het sandboarden – wat letterlijk sleeën van een vulkaan af is. Sowieso zijn er veel vulkanen in de omgeving van Léon, waar je veel mooie hikes kunt doen.
Het hoogtepunt van mijn vijf nachten, was het ontzettend fijne hostel in Léon en de tweedaagse vulkaan hike die ik heb gedaan. Ook vierde ik nog koningsdag met allemaal andere Nederlanders – wat één groot feest was. Die Nederlanders zitten toch ook overal, he? 😉
Ometepe eiland
Mijn laatste week in Nicaragua begon op het Ometepe eiland. Ik boekte in Léon een shuttle die mij direct bij de boot zou afzetten om naar Ometepe te gaan. Ometepe is een eiland die je zeker niet mag overlaan tijdens je Nicaragua reis. Het is een eiland die voor het grootste gedeelte wordt ingenomen door twee grote vulkanen, Maderas en Conceptión. Verder is de natuur er prachtig en hangt er een erg prettige hippie cultuur. Ik ben er zeker van dat dit één van de bijzonderste eilanden is, waar ik ooit ben geweest. Ik sliep in dit luxe hostel op Ometepe, wat direct aan het meer lag, een cacao plantage is en waar je elke ochtend gratis yogalessen kon volgen. Een magische plek waar je echt tot rust kunt komen.
San Juan del Sur
Na mijn rustige maar o zo fijne verblijf op Ometepe, had ik weer zin om de reuring op te zoeken. Ik besloot naar San Juan del Sur te reizen – een populaire plek onder backpackers. San Juan del Sur staat vooral bekend om zijn Sunday Funday feest. Ik had hier al zoveel andere reizigers over gehoord, dat ik het nu zelf ook wilde ervaren. Daarnaast had ik op Ometepe een aantal gezellige meiden ontmoet die op dezelfde dag naar San Juan del Sur gingen, dus ik had al gelijk een groepje met mensen die ook naar Sunday Funday gingen.
We sliepen in dit bizar mooie hostel in San Juan del Sur. Het hostel lag net buiten het centrum en het strand, maar daardoor wel op een heerlijk rustige locatie. Daarnaast biedt het hostel meerdere gratis shuttles van en naar het centrum per dag. Ik vond het zo’n heerlijk verblijf, dat ik stiekem nog wel een weekje langer had willen blijven.
Maar dat ging niet, want ik had op 12 mei mijn vlucht vanuit Costa Rica naar Mexico. Ik pakte een rechtstreekse bus van San Juan del Sur in Nicaragua naar San Jose in Costa Rica. Die deed er zo’n twaalf uur over, maar was verder prima. Mijn reis door Nicaragaua zat er vanaf dat moment officieel op.
Oh Nicaragua, wat heb je me verrast. Ik ben zo blij dat ik de keuze heb durven maken van koers te veranderen en Costa Rica voor Nicaragua in te ruilen. Mocht je zelf nog twijfelen om naar Nicaragua te gaan, kan ik niet anders zeggen dan: doen. Het is een fantastisch en veelzijdig land, waar voor ieder wat wils is. Hopelijk kom ik er nog eens terug.
Geef een reactie